Identiteitsfraude, documentendiefstal, cybercriminaliteit… zoveel bedreigingen die bedrijven in het vizier hebben en die vragen om het nemen van specifieke maatregelen. Met de technologische ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben bedrijven ervoor gekozen biometrie in te zetten om zich te beschermen tegen kwaadaardige activiteiten. Een overzicht van deze beveiligingsmaatregel.
Een overzicht van biometrische authenticatie
Biometrische analyse is een wetenschap die gericht is op het verifiëren van de fysieke of gedragsmatige kenmerken van een individu. Het doel is om die persoon te identificeren zodat hij toegang krijgt tot bepaalde diensten of beveiligde locaties. De analyse houdt rekening met morfologische en biologische parameters, evenals gedragskenmerken.
De eerste categorie authenticatiecriteria houdt rekening met verschillende kenmerken. Dit betreft onder andere de morfologie van de vinger of hand, vingerafdrukken, de vorm van het gezicht… Daarnaast richt het zich ook op de eigenschappen van de iris of het netvlies. In sommige gevallen worden bloed of DNA geanalyseerd.
De tweede categorie is gebaseerd op gebaren, de snelheid van het typen, de dynamiek van handtekeningen of spraakherkenning.
De definitie van biometrie kan worden beschouwd als een technische methode om de identiteit van een persoon te valideren. Deze methode is gebaseerd op verschillende analyses van zijn of haar uiterlijk of gewoonten. Zodra de authenticatie is voltooid, kan de persoon gemakkelijk toegang krijgen tot bepaalde systemen.
Hoe werkt biometrische authenticatie?
Biometrische identificatie gebeurt op basis van gecentraliseerde, identificeerbare en controleerbare gegevens. Deze gegevens zijn specifiek voor elk individu. Het gaat meestal om een foto van het gezicht van voren, een vingerafdruk en een stemopname.
Deze informatie wordt vervolgens opgeslagen in een apparaat om identificatie mogelijk te maken. Bij het gebruik van biometrie worden de opgeslagen gegevens vergeleken met de reeds aanwezige gegevens in het systeem om een snelle herkenning mogelijk te maken.
Zodra de biometrische kenmerken worden herkend, wordt een authenticatieproces gestart. Dit is gebaseerd op de unieke eigenschappen van de persoon en op een referentieprofiel dat is opgeslagen om overeenkomsten te detecteren. Meestal wordt het model opgeslagen in een beveiligde database of op beveiligde hardware. De gebruiker doet hier een beroep op om zich te identificeren en zo aan te tonen dat hij of zij toegang mag krijgen tot een specifiek systeem.
Biometrische analyses hebben als doel om databanken en elektronische uitwisselingen te beveiligen. Ze worden zowel door digitale banken als door bedrijven en e-commercebedrijven gebruikt.
Welke verschillende soorten biometrische analyses worden uitgevoerd?
De huidige technologie voor herkenning en authenticatie van gebruikers is zeer gevarieerd. De meest gebruikte is de biometrische vingerafdruk. Deze eenvoudige methode bestaat uit het scannen van je vinger. De verschillende lijnen van je vingerafdruk worden vervolgens gecontroleerd om je identiteit te bevestigen.
Sommige bedrijven kiezen voor apparaten die gebaseerd zijn op gezichtsbiometrie. Deze maken gebruik van de ‘faceprint’. Ook wel gezichtsscan genoemd, zijn deze digitale gegevens afkomstig van de analyse van meer dan 80 knooppunten op je gezicht om je identiteit te bevestigen.
Geavanceerde systemen geven de voorkeur aan oogbiometrie. In deze gevallen zijn de identificatiereferenties gebaseerd op het netvlies of de iris. Retina-biometrie verwijst naar een afbeelding van het oog die in de database is opgeslagen.
Het vergelijkt de locatie van de bloedvaten van het referentiemodel met het werkelijke element. Als ze overeenkomen, kan de gebruiker toegang krijgen tot systemen of beveiligde ruimtes binnengaan. De iris-authenticatie daarentegen is gebaseerd op unieke kenmerken. Het apparaat richt zich dan op de kleurencirkel rond de pupil.
Betrouwbaarheid en uitdagingen van biometrische analyse
Hoewel biometrische toegang de afgelopen jaren sterk is gedemocratiseerd, kan het ook tekortkomingen hebben. Dit soort systemen is namelijk gebaseerd op statistische algoritmes. Daarom is de betrouwbaarheid niet optimaal, vooral als je slechts één type authenticatiesysteem gebruikt. Om dit probleem aan te pakken, zijn er multimodale biometrische apparaten ontwikkeld. Modellen die het gezicht, het oog en nog veel meer lichaamsdelen analyseren, beperken de authenticatiefouten aanzienlijk.
Andere biometrische authenticatietechnologieën kunnen ook worden gekozen. Bedrijven en instellingen kiezen vaak voor een systeem voor herkenning van de aderen in de vinger. Dit systeem analyseert de aderen, die voor elke persoon een uniek patroon vormen. Ze kunnen ook kiezen voor een spraakherkenningssysteem, dat rekening houdt met de geluiden die worden geproduceerd door de anatomie van de mond en de vorm van de keel van de persoon.
De keuze voor een biometrisch systeem is gericht op het waarborgen van de veiligheid van bedrijven en andere instellingen. Het maakt het bovendien mogelijk om gevoelige gegevens en documenten te beschermen, ongeacht of deze gedigitaliseerd zijn of niet. Biometrische installaties bieden ook goede bescherming tegen kwaadwillige handelingen.
Brengt een biometrisch systeem risico’s met zich mee?
Zoals al aangegeven, zijn biometrische systemen niet onfeilbaar. Er kunnen gevallen van ‘valse afwijzingen’ of ‘valse acceptaties’ voorkomen. Het eerste probleem doet zich voor wanneer het apparaat de gegevens van een gebruiker niet herkent. Het tweede probleem ontstaat wanneer het de informatie van twee verschillende personen door elkaar haalt.
De oorzaken van deze fouten zijn zeer divers. Volgens sommige observaties hangen ze af van bepaalde groepen mensen. Zo zijn biometrische systemen bijvoorbeeld effectiever bij vrouwen dan bij mannen. In sommige gevallen kunnen huidskleur of leeftijd leiden tot ‘valse afwijzingen’ en “valse acceptaties”.
Des problèmes sont surtouts constatés concernant les systèmes de reconnaissance faciale. Des risques d’erreurs peuvent être produits par des images de qualité médiocre. De même, des altérations légères ou prononcées de la physionomie peuvent tromper les systèmes biométriques. Une barbe, une coloration ou une nouvelle coupe induisent l’appareil en erreur.